De hotels
in de Azoren
Cultuur van Menorca
De cultuur van Menorca kenmerkt zich doordat er overal sporen van de Engelse aanwezigheid te vinden zijn. Ook is Menorca één groot archeologisch openluchtmuseum. Er zijn ongeveer zestienhonderd prehistorische huizen, zogenaamde clapers, behouden gebleven. Er zijn er vele historische monumenten op Menorca, waarvan de oude begraafplaats Naveta des Tudons een bekende is. Ook de oude steden Ciutadella en Mahón met hun prehistorische bouwwerken zijn een bezoekje waard.
Verder heeft Menorca heeft een aantal boeiende grote en kleine kunstmusea- en galerieën. In Mahón vind je bijvoorbeeld het Menorca Museum, waar je alles over de cultuur van Menorca te weten kunt komen. Waar Menorca verder bekend om staat zijn de traditionele zomerfestivals, die elk jaar vele bezoekers trekken.
Geschiedenis
Waarschijnlijk woonden er ca. 6500 jaar geleden al mensen op Menorca. De Talayotische periode is de meest opmerkelijke in de Menorcaanse prehistorie en wordt gekarakteriseerd door de kolossale monumenten, de taulas en talayots. De verhouding met Feniciërs en Griekse zeevaarders waren vreedzaam en puur gericht op de handel. De Carthagers veroverden echter het eiland halverwege de 5e eeuw v.Chr. In 123 v.Chr. werd Menorca door de Romeinen veroverd en er volgde een periode van voorspoed en er werden verschillende vestingen gesticht.
Tegen het einde van de 7e eeuw veroverden de Moren Menorca van de Byzantijnen. In de 13e eeuw werd Mallorca door de Arabieren van de Moren afgepakt, tot 1287, toen Menorca weer werd veroverd door de Spanjaarden onder leiding van Alfons III. De Moren werden als slaven opgepakt of na betaling van losgeld verbannen. Het christendom werd weer in ere hersteld en Alfonso verdeelde Menorca onder zijn aanhangers.
In de 16 en 17e eeuw werd Mahón meerdere malen ingevallen door zeerovers. Begin 17e eeuw kregen de Engelsen het recht op het gebruik van de haven van Mahón en kregen de Engelsen steeds meer invloed op Menorca. Uiteindelijk werd Menorca door de Engelse en Hollandse troepen bezet in naam van aartshertog Karel van Oostenrijk. Mahón werd toen ook de nieuwe hoofdstad van Menorca. Daarna is Menorca nog door de Fransen, Spanjaarden en Engelsen bezet. In 1802 wees het Verdrag van Amiens Menorca definitief aan Spanje toe.
Economisch ging het de eerste helft van de 19e eeuw slecht op het eiland, hierdoor emigreerden een groot deel van de bevolking naar Algiers in Noord-Afrika. Ook eind 19e eeuw en begin 20e eeuw was er veel emigratie, vooral naar Cuba, Argentinië en Uruguay. De opening van de eerste schoenfabriek in 1853 was belangrijk voor de economie van Menorca.
In 1969 werd het vliegveld Sant Clement geopend en dit was een belangrijke start voor het toerisme. In 1975 stierf Franco en kon de monarchie zich herstellen. De nieuwe grondwet in 1978 betekende een beperkte autonomie van de Spaanse gewesten, en dus ook voor de Balearen. In 1983 zijn de Balearen een autonoom gebied, met al officiële talen het Catalaans en het Spaans. In 1993 werd Menorca uitgeroepen tot UNESCO Landschapsreservaat. Het doel hiervan was om het milieu te beschermen en de nijverheid en het toerisme te steunen.
Na Mallorca en Ibiza heeft het toerisme vanaf de jaren 70 een groot aandeel in de ontwikkeling van Menorca. Meer dan een driekwart miljoen buitenlandse toeristen bezoekt jaarlijks tussen mei en oktober het eiland. Van de bevolking is 55% werkzaam in de toeristische industrie. De grote, meestal in de buurt van de stranden gelegen hotel- en appartementencomplexen zijn voor een groot deel in handen van Spaanse, Duitse of Britse reisorganisaties. Er staan niet veel hotels op Menorca, omdat er sinds 25 jaar strenge regels zijn voor de bouw van nieuwe hotelaccommodaties. Men wil voorkomen dat het eiland op Mallorca gaat lijken.